Komkommertelers verslaan kaswittevlieg
Geplaatst op 07 juni 2024
Een bedrijf waar Marvin adviseert, eindigde de eerste komkommerteelt met enorm veel kaswittevlieg. “Ondanks de gebruikelijke opbouw van biologie en curatief ingezette chemische en groene bespuitingen, kregen we de plaag niet onder controle. De kas zat bomvol witte vlieg en schoon de nieuwe teelt beginnen, was nagenoeg onmogelijk. In overleg met de telers besloten we daarom tot een nieuwe, assertievere aanpak. Met een absolute hoofdrol voor Amblyseius swirskii.”
Swirskii inzet verdubbelen
Het idee: door gelijk vanaf de start veel meer roofmijten paraat te hebben staan, worden alle oude en nieuwe eitjes van overgebleven witte vlieg per direct gepredeerd. Een nieuwe explosie zal dan uitblijven. Om dit hoge biologische beschermingsniveau te creëren, volgden de telers een drie stappenplan. Zij gaven hun plantenkweker opdracht om de jonge planten te behandelen met Swirski-System, hingen zelf bij binnenkomst van de planten niet zoals gebruikelijk één, maar twee zakjes Swirskii-Breeding-System per steenwolmat en strooiden daar bovenop ook nog 150 losse roofmijten (Swirskii-System) per m² uit over het blad.
Sluipwesp als achtervang
Los van deze swirskii overmacht, zorgden de telers ook voor een driedubbele aanwezigheid van sluipwesp Encarsia-System. Ze zetten 15 stuks per m² uit om eventuele larvale stadia van witte vlieg te bestrijden. “En om de vliegende exemplaren weg te vangen, leverden we vanglinten (Bug-Scan® roll Yellow). In de kas hingen twee vanglinten boven elkaar en al snel zaten deze vol met overgebleven witte vlieg van de eerste teelt. Die zouden niet meer voor overlast zorgen!” Na drie weken, wanneer normaal gesproken een bespuiting zou volgen, voerden de telers nu een correctie uit met 75 stuks Swirskii-System per m². “Op die manier hielden we de populatie zo hoog mogelijk en kreeg witte vlieg, ook zonder de inzet van chemie, geen enkele kans.”
Minder chemie
Inmiddels staat de teelt ruim zes weken. “Ik zal niet zeggen dat witte vlieg helemaal weg is, maar de druk is zeker acceptabel.” Met het scouten worden nauwelijks larven waargenomen en de inzet van sluipwespen is flink afgeschaald naar twee à drie per m². Daaruit blijkt dat het roofmijtenleger zijn werk meer dan goed uitvoert. Eitjes krijgen geen kans om uit te komen. “We hebben een nieuwe plaag afgewend door vol in te zetten op de duurwerking van biologie en veel minder op chemie.”
Biologie als basis
Vanwege het succes wil de adviseur deze werkwijze gaan toepassen op meerdere bedrijven: “Je moet doen wat nodig is om witte vlieg te bestrijden. Zeker nu er een nieuw virus gevonden is dat door dit plaaginsect wordt overgebracht. Met swirskii als sterke basis van een aangepaste strategie is meer mogelijk dan vooraf werd gedacht.”