7 vragen aan RvC-voorzitter Niels Zuurbier

1. Wat is jouw rol als voorzitter van de RvC?
“Als voorzitter ben ik toezichthouder van de coöperatie The Greenery en klankbord voor het bestuur. Je geeft gevraagd én ongevraagd advies. Uiteindelijk ben je verantwoordelijk voor het hele bedrijf. Je moet dus – van links naar rechts en van boven naar onder - weten wat er speelt. Ik heb ook overleg met de OR; het menselijke aspect vind ik heel belangrijk. Je staat het bedrijf zo goed mogelijk bij met raad en daad, vanuit je eigen expertise. Het is een rol die ik mezelf, gelukkig, vrij snel eigen maak.”

2. Verschilt deze rol van jouw eerdere bestuurlijke taken?
“In de bestuurlijke taken die ik eerder had voor LTO, PUC of PAC zat ik áán het stuur. Daar nam ik een besluit en was er zelf verantwoordelijk voor. Deze rol als voorzitter is wezenlijk anders. Nu zit ik óp de passagiersstoel. Dit betekent dat ik advies geef en kijk of we de goede kant opgaan. Dat is precies zoals ik me de rol van voorzitter had voorgesteld. Maar, toch is het weleens lastig. Ik ben ondernemer en pragmatisch ingesteld. Het bestuurlijke losgooien en het toezichthoudende tot me nemen is een traject waar ik nog in zit.”

3. Wat brengt het voorzitterschap jou?
“Het brengt mij héél veel kennis, nieuwe inzichten én draagt bij aan mijn persoonlijke ontwikkeling. Je leert anders kijken naar het bedrijf. En ontdekt waar de moeilijkheden zitten waar je de strategie op toepast. Als leverancier kijk je vanaf de onderkant. Nu houd je toezicht en kijk je vanaf de bovenkant. Het gaat niet alleen om telers die product leveren maar óók om medewerkers die de boel draaiende houden, en de divisies, handelsondernemingen, en afnemers. Deze rol is verfrissend en daar krijg ik écht nieuwe energie van.”

4. Wat heeft je positief verrast bij The Greenery?
“Ik word elke dag verrast omdat ik zie wat voor bijzonder mooi bedrijf we hebben. De medewerkers hebben een ontzettend grote drive om aan de slag te gaan. Zij vermarkten de producten iedere dag met passie en slepen voor telers zo veel mogelijk uit de markt. Niet alleen telers moeten zich als ondernemer continu aanpassen aan de dagelijks wisselende realiteit, dat geldt ook voor The Greenery en haar medewerkers. De veranderbereidheid is – aan beide kanten - ontzettend groot. Dat vind ik bewonderenswaardig.”

5. Wat vind jij het allerleukste aan je nieuwe rol?
“Je hebt zicht op alles wat er gebeurt. En probeert het bedrijf vooruit te helpen. Ik vind het heel mooi als mensen mij gewoon aanspreken binnen het bedrijf. Dat ze niet denken van daar heb je ‘meneer de voorzitter’. Als ik bij The Greenery rondloop voel ik me onderdeel van het geheel. Dat we het samen doen maakt me enthousiast.  Je krijgt dan een automatische drijfveer, je wílt gewoon vooruit. De passie voor het bedrijf, het commitment en hart voor de zaak vind ik prachtig. Zoals bijvoorbeeld bij gepensioneerde Dijco-chauffeurs die nog twee keer per week een ritje doen, gewoon omdat ze het hartstikke leuk vinden.”

6. Zijn er resultaten waar je echt trots op bent?
“Ik vind het heel mooi dat de nieuwe strategie die we op papier gezet hebben echt door het hele bedrijf heen tot stand is gekomen. Als Raad werden we in het proces meegenomen en kregen antwoord op vragen als: In welke fase zit het? Wat zijn de contouren? Vervolgens stelden we kritische vragen en gaven onze input met de kennis van buitenaf. Ik doe dit natuurlijk nog relatief kort, maar ik zie heel wat spannende uitdagingen op ons pad.” 

7. Wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor 2023?
“Er liggen heel wat uitdagingen waardoor het verdienmodel onder druk staat. Door de energiecrisis en kostenstijgingen moeten telers scherpe keuzes maken. Waar telers dat doen, geldt dat ook voor The Greenery. Als je kijkt naar beleidsmatige uitdagingen die op de leden afkomen dan denk ik aan gewas-bescherming, milieu-eisen, CO2-uitstoot, kostenstijgingen door inflatie en de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel. Dat zijn de grootste uitdagingen voor de komende jaren.
Dit betekent dat we ook als coöperatie scherp moeten blijven en continu moeten kijken waar de kansen liggen. We willen een graag geziene gast blijven, zowel bij onze leden als bij onze afnemers. De samenwerking binnen de coöperatie maakt ons een professionele speler.”

Bron: