Nazomeren op Het Loo

Het eerste september-weekend staat in het teken van de tuin. Een mooiere plek voor dit weekend dan in de tuinen van Paleis Het Loo, geroemd als het grootste collectiestuk van het museum, is er natuurlijk niet. Kom genieten van de kleurrijke bloemen en de ruisende fonteinen. De tuin is een rustpunt. De kleuren, vormen en plantensoorten vormen ook een inspiratie, misschien zelfs voor een eigen tuin.

Verhalen in de tuinen
Op verschillende locaties in de tuin worden verhalen verteld. Verhalen over geuren en planten, de citruscollectie en demonstraties over wieden en 17e eeuwse broeibakken komen aan bod en is er ruimte voor de mooiste tuinvazen. Ook voor kinderen zijn er leuke, korte verhalen.
 
Op zaterdag is het thema Planten van Herinnering, waarbij Paleis Het Loo conservator Tuinen Renske Ek en tuinadviseur Willem Zieleman hun vakkennis delen in verhalen over kamerplanten, bloemen en planten uit Suriname en Indonesië; kortom planten die herinneringen oproepen. Zondag staat in het teken van Groen Vakmanschap. Tuinhistoricus Lenneke Berkhout brengt haar passie voor geschiedenis en tuinieren, samen met haar belangstelling voor tuinhistorie en groen erfgoed, naar de tuinen van Paleis Het Loo in prachtige verhalen. Ook zal Mart Nederhof, hovenier van onder andere het Moestuin Project bij het Havenpark te Apeldoorn, zijn inzichten over de groei en bloei in de Apeldoornse moestuin delen.
 
Lokale kwekerijen en streekproducten
Op de Klosbaan, naast de Koningstuin, bieden lokale kwekerijen en tuinkenners allerlei streekproducten aan. Door de paleistuinen heen kunnen kinderen en ouders op familiespeurroute. Zo ontdek je de leukste, maar ook onverwachte plekjes in de tuinen. Bovendien is er een veelzijdige buitenbingo - ga op zoek naar insecten, planten en wat je nog meer in de tuin kan tegen komen. Mocht je nog niet uitgespeeld zijn, dan is er natuurlijk het speelpaleis op het Stallenplein. Kinderen kunnen hier klimmen, klauteren en spelen in het houten paleis naast restaurant de Prins Hendrik Garage.

Bron: Goedemorgen