Zuid-Holland zet in op AI
Geplaatst op 17 juni 2020
De komende jaren wordt er veel verwacht van het toepassen van AI in Nederlandse topsectoren. In Zuid-Holland liggen er grote kansen in de zorg, industrie, havenlogistiek, tuinbouw en het veiligheidsdomein. De regionale potentie in deze sectoren wordt geschat op bijna € 3 mrd. aan extra toegevoegde waarde in de komende drie jaar. Daarbij worden naar verwachting meer dan 100.000 banen beďnvloed. Een groot deel van deze banen gaat niet zomaar verloren; juist de om- en bijscholing van personeel zal een belangrijke rol spelen.
De grootste economische potentie (€ 1,6 mrd.) wordt toegeschreven aan de sector Haven & Maritiem, vanwege de aanwezigheid van de Rotterdamse haven. De grootste relatieve groei kan worden bereikt in de maakindustrie (€ 0,8 mrd.), waarin regionaal meer dan 100.000 werknemers en meer dan 30.000 bedrijven actief zijn.
Dat de potentie van AI enorm is, wordt herkend door innovatieleiders bij bedrijven in de regio. De grote meerderheid geeft aan actief met R&D-activiteiten bezig te zijn. De meeste projecten bevinden zich in de pilot- en implementatiefase. Echter, significant grote investeringen in de ontwikkeling en implementatie van AI lijken nog te moeten volgen. Dat blijkt onder andere uit de relatief kleine teams van data scientists, data engineers en AI-experts bij grote bedrijven.
Kennis en talent als randvoorwaarde
Nederlandse kennisinstellingen zijn al decennialang een belangrijke speler in internationaal onderzoek naar AI. Zuid-Holland heeft daarin een bijzonder groot aandeel. TNO en de universiteiten in Leiden, Delft en Rotterdam huisvesten gezamenlijk bijna 1000 wetenschappers en ruim 7.500 bachelor- en masterafgestudeerden die zich specialiseren in AI. Bovendien vestigde CLAIRE, het grootste AI-onderzoeksnetwerk ter wereld, zich eind vorig jaar in Den Haag.
Het realiseren van meer investeringen in kennis en talent zijn volgens veel bedrijven bepalend voor de verdere ontwikkeling en implementatie van AI in Nederland. De vraag van het Nederlands bedrijfsleven naar AI-talent is al jaren hoog. Toch staat de kennispositie van ons land onder druk. Het relatieve aandeel van Nederlandse instellingen in de wereldwijde wetenschappelijke publicaties neemt af en de studentencapaciteit van universiteiten is beperkt.
Misschien nog wel zorgelijker is de grote concurrentie van buitenlandse bedrijven en instellingen. Het Nederlands bedrijfsleven, vooral het mkb, kan moeilijk opboksen tegen de budgetten van buitenlandse techreuzen. Toch blijkt het financiële aspect in de praktijk lang niet altijd doorslag te geven. Meerdere startups en scale-ups geven aan dat zij door te werken aan aansprekende uitdagingen en grote maatschappelijke missies, alsnog toptalenten aan zich weten te binden.
Nederlandse ecosysteem zou meer scale-ups kunnen voortbrengen
Bij Nederlandse AI startups en scale-ups, waarvan het leeuwendeel is gevestigd in Noord- en Zuid-Holland, werken naar schatting 19.000 mensen. Wat opvalt is dat door heel het land slechts een klein aandeel van de startups snel weet door te groeien. Eén van de redenen is de relatief beperkte beschikbaarheid van durfkapitaal, een bekend probleem in de Europese techsector.
Voor de coronacrisis was er wel sprake van een stijgende lijn. Investeringen (die openbaar zijn gemaakt) in jonge Nederlandse AI bedrijven stegen van gemiddeld € 164 mln. in 2014/15 naar € 326 mln. in 2019/20.
Daarnaast valt op dat de urgentie bij het Nederlandse bedrijfsleven om met AI aan de slag te gaan relatief laag is. Dat maakt zakendoen in Nederland voor AI-startups lastig. Hoewel veel startups dat ondervangen door vooral internationaal actief zijn, zijn zij gebaat bij een goede thuismarkt. Een grotere binnenlandse vraag naar AI-toepassingen zou hen een flinke impuls kunnen geven.
Bron: Innovation Quarter